La luna
Almuñécar, 7-okt 2024, Reijer Staats
Ik kan niet zeggen hoe vaak ik wel al niet naar de maan heb staan staren sinds we in Andalusië wonen, maar het zijn ontelbare keren en honderden foto’s. Het is bijna altijd helder, de maan schijnt fel en elke foto is steevast overbelicht. Ik lees over de verschillende maanfases: de dagen rond de nieuwe maan schijnen geschikt voor reflectie, de wassende maan brengt creativiteit, en de volle maan zorgt voor een slechte nachtrust, maar dat wist ik natuurlijk al lang. Ik kan mijn ogen in ieder geval niet van de maan afhouden! Soms sla ik een beetje door en dan noemt Johan mij gekscherend: "Hijo de la luna."
Naarmate het later licht wordt, klinkt er tijdens de ochtend bootcamps op het strand steeds vaker een “¿Habéis visto la luna?” Iets wat dan steevast leidt tot Spaanse praatjes met de blikken omhoog, en onze trainer José die ons met een luid “Hombre, ¡vamos!” aanspoort om de volgende ronde oefeningen in te zetten.
Met volle maan gaan mijn gedachten ook vaak naar enkele vriendinnen van mijn zus, en als zij op zo’n moment iets van zich laten horen, dan voelt het even alsof Meris dichtbij is.
Capturing the moon.
Een nieuwe ontmoeting met Rita en Pepe
Op zondagmiddag maak ik een tour del Valle en cuatro latas. Ik zwaai de vertrekkende gasten uit bij Casita Klein Zwitserland en verwelkom de nieuwe. Isindro, onze buurman in Béznar, wijst door zijn geopende autoraam met zijn linkerarm naar ons huis en gebaart met zijn vingers "¿Cuánto cuesta?" alsof het huis te koop zou staan. Ik stel mezelf nog de vraag "Gôh, bij wie staat die tam-tam?" maar besluit de rondgaande verhalen in het dorp te negeren en ga er niet op in.
Mijn weg over de bochtige wegen door de citrusboomgaarden vervolgend besef ik dat het weer eens tijd is om onze oude buren Rita en Pepe in Pinos del Valle te bezoeken. Het is inmiddels driekwart jaar geleden dat ze een rol speelden in mijn kerstverhaal Feliz Navidad y Próspero Año 2024 – en dat was de laatste keer dat ik hen sprak.
Onaangekondigd parkeer ik voor het hek en mijn blik glijdt naar het balkon op de verdieping. Rita, in haar vertrouwde schort, staat er over de balustrade heen een stofdoek uit te kloppen. "¡Ya voy!" roept ze, terwijl ze naar beneden snelt, me stevig omhelst en lacht: "Ik herkende je aan de clasico. ¿Dónde está Johan?" Pepe blijft op de achtergrond. Zijn grote, lichte ogen staren me aan, maar lijken me niet meteen te herkennen. Dan komt hij naar me toe en legt zijn hoofd tegen mijn schouder – ik ben twee koppen groter. "Eres un hombre alto," hoor ik hem zeggen wanneer we de hal in lopen en ik word uitgenodigd om zijn kunstwerken te bewonderen, maar Rita glimlacht en zegt: "Nee, Pepe, die heeft Reijer al vaak genoeg gezien."
Rita vult een oude fruitkist met rode en groene (punt)paprika’s, samen met minstens twee kilo witte druiven uit de huerta van familieleden. Terwijl de kist steeds voller raakt, vertelt ze me uitgebreid over hen bij: wie is er recent getrouwd, hoe rijk is de nieuwe echtgenoot, voor welk bedrag wordt de overbodig geworden woning met zwembad in Granada verhuurd, etcetera. Pepe, die tot dan toe stilletjes achter Rita bleef staan, komt nu dichterbij en legt opnieuw zijn hoofd tegen mijn schouder, op zoek naar verbinding.
Met “Jullie kunnen me altijd bellen, hè?” maak ik aanstalten om te vertrekken. Rita pakt haar mobiel en toont trots mijn nummer in haar contactenlijst. Al snel scrollen we samen door de hele lijst, van de A van Antonio tot de Z van Zacarías, waarbij iedere naam door Rita wordt voorzien van een toelichting en mij doet herinneren aan de ontmoetingen met de betreffende voormalige vecinos uit Pinos – iets waarover ik ooit een boek vol heb geschreven. De contactenlijst wordt een reis door het verleden, en ik laat me door Rita meevoeren zonder haar te onderbreken.
Terug in de auto voel ik me verstild door de vergankelijkheid van het leven en door Rita’s positiviteit, hartelijkheid en geduld. Nadat ik beneden aan de weg ben gekeerd, zie ik haar met Pepe achter het inmiddels afgesloten hek staan. Door de tralies volgt Pepe me met die verwonderde blik, waardoor ik ineens moet denken aan de radiocommercial die ik recentelijk zo vaak hoorde, namelijk die voor het boek Het hart wordt niet dement. Deze titel lijkt precies te passen bij wat ik zojuist heb ervaren.
Er wordt gezwaaid wanneer ik weer passeer, ik toeter en door het geopende raampje roep ik: "¡Hasta pronto!" Ik ga zeker snel weer langs bij dit lieve Spaanse paar, en dan met een doos chocola als dank.
Met de paprika´s uit de fruitkist weten wij wel raad: roosteren en inmaken!
Sin prisa es otra vida
In de grote Alcampo-supermarkt in Motril lijkt tijd altijd rekbaar. Vandaag zijn Johan en ik samen op pad om de voorraden voor onze casa’s aan te vullen, en natuurlijk doen we direct onze eigen dagelijkse boodschappen. Al snel wordt mijn geduld op de proef gesteld door Johans ongestructureerde heen-en-weergeloop langs de schappen – althans, zo ervaar ik het - en nu de kar steeds voller wordt, blijf ik op één plek verveeld naar mijn telefoon staren.
Terwijl Johan zelf nog naar enkele vergeten items speurt, stuurt hij mij alvast vooruit om een plek bij de kassa’s te zoeken. Het gaat hier namelijk nooit snel, en tot mijn frustratie kies ik vaak de verkeerde – lees: de langzaamste – rij.
Vandaag kies ik de kassa helemaal links bij de ingang. De rij is overzichtelijk en de kassière valt meteen op. Haar open blik en sprankelende uitstraling maken me direct wakker en vrolijk, en in combinatie met het rode Alcampo-poloshirt waarin zij is gehuld straalt deze señora een zekere autoriteit uit over dit stukje winkel.
Ik pak onze Alcampo-clubkaart er alvast bij en observeer hoe de klanten voor me met een warme glimlach worden begroet. Ieder artikel wordt zorgvuldig bekeken, in plaats van gedachteloos snel over de scanner gehaald, en soms volgen er complimenten voor de gezonde keuze, handige tips om producten tot een maaltijd te combineren, opmerkingen over artikelen die bijna over de houdbaarheidsdatum zijn en soms zelfs een simpel "¡Qué rico!" als iets haar ook lekker lijkt.
Zo krijgt Johan een opmerking over de waterfilterkan die ik in onze kar had gestopt: "¡Oh, yo también tengo uno, es súper!" En ja, dat kunnen wij inmiddels bevestigen. De goedgemutste kassière stelt aan Johan vervolgens de vraag of hij de op de band liggende wijnflessen uit Cuenca – onze huiswijn – kan aanbevelen. "Seguro," zegt Johan en steekt zijn duim op. Het grote aantal flessen maakt haar nieuwsgierig en ze wil weten of we een fiesta geven of iets te vieren hebben. Johan zegt "No," maakt met zijn hand een drink- kantelbeweging en wenkt met zijn hoofd richting mij. Ze begint hard te lachen, blijft mij aankijken en ik voel dat ik rood aanloop. Wat is het soms toch een irritant mannetje!
Johan rekent af, rolt geamuseerd met zijn ogen, en als we bijna bij de auto zijn, stelt hij voor dat ik terug ga om bij Mister Minute nog een sleutel bij te laten maken. Binnenlopend zie ik de kassière nog steeds in gesprek met de klant na ons, achter wie de rij gestaag verder groeit.
De slogan Sin prisa es otra vida van het Spaanse biermerk Alhambra schiet door mijn hoofd: zonder haast is het leven anders. Ik neem me voor om voortaan altijd deze vriendelijke kassajuffrouw op te zoeken, ongeacht de lengte van haar rij. Dan valt me pas het bord op met de tekst Paso prioritario, dat boven haar hangt en waarop enkele pictogrammen aangeven dat bij deze kassa alleen senioren, minder validen, slechthorenden en zwangere vrouwen worden bediend.
Lunch tijdens een gastenwissel in Casita Klein Zwitserland en de amigos (en nieuwe gasten) Mèl en Marco ontmoeten bij Bar Leo in Béznar. Mèl maakt trouwens supermooie foto´s, waaronder die van de prachtige zonsondergang in Salobreña en van de poorten van de Lécrinvallei die hierna nog volgen.
Ik neem het op mijn eigen tempo
Starend naar boven zie ik dat er een volle maan op komst is. Het blijkt de oogstmaan te zijn, de volle maan aan het einde van de zomer die laag aan de hemel staat, waardoor deze groter lijkt en een oranje gloed krijgt. In een Instagram-story lees ik dat deze maan zo krachtig is, dat je onverwerkte zaken nu maar beter snel aanpakt, omdat je er anders nog lange tijd mee rond zult lopen!
Werk aan de winkel! Na een gesprek met onze amigo Marco over het verlies van mijn moeder besluit ik dat het tijd is om te helen. Voor mij is dat een spel tussen hoofd, hart en buik, waarin achter een poort emoties schuilen die nog niet volledig doorvoeld zijn. Wanneer je die poort voorzichtig opent en de emoties toelaat, ontstaat er ruimte voor zachtheid. Ik schrijf hierover het volgende gedicht:
Na dit geschreven te hebben, doet muziek de rest: ´s avonds laat in bed door mijn oortjes luister ik Geen kind meer uit Beste Zangers 2024 en het prachtige Witsand van Stef Bos – een tip van van een bevriende hombre – en eindelijk sluit ik vrede met mijn verdriet.
De mooie (gesloten) poorten van de Lecrínvallei...
Pech
Onze Casa Larimar komt net uit de drukke zomer, en Johan en ik plannen een week vrij voor groot onderhoud. De nieuwe schuifpui en voordeur zijn al maanden geleden door Pablo en zijn zwager opgemeten en besteld. Uit de bouwstortbak van de nieuwe buren vissen we vloertegels om de beschadigde stuks in de woonkamer te vervangen, die tegels worden niet meer geleverd, vandaar.
De airco's krijgen een beurt, het schilderwerk wordt bijgewerkt, de meubelhoezen gaan in de was, en we nemen ons vanochtend voor om die prefab witte kledingkast eindelijk eens te vervangen door het brocante exemplaar dat voorheen in de Torenkamer van onze Guesthouse Lolapaluza stond.
Met dank aan Pablo en zijn zwager een nieuwe voordeur en schuifpui voor Casa Larimar. De lichtinval in het huis en het uitzicht op de Middellandse Zee, de zonsondergangen en de volle maan zijn nu nóg mooier!
Ik ruim de Renault 4 leeg en klap de achterbank in, hopende dat de kast gaat passen. We moeten heen en weer naar Pinos, waar die in de opslag staat. Maar naast het standaard plasje zwarte olie onder de auto, merkt Johan nog een andere roestbruine lekkage op wanneer we de oprit verlaten. Misschien toch iets te veel rondjes gereden afgelopen jaar...
Bij de eerste bocht naar links hoor ik ook een metaal-op-metaal schurend geluid. "Dat klinkt niet best," hoor ik een wegkijkende Johan droog zeggen, maar ik probeer het te negeren en rijd door want ik verwacht dat dit voor mij onbekende geluid zich niet zal herhalen. Spoiler: dat doet het wel! Vooral wanneer we – met nog zo´n kwartier te gaan naar Pinos – de bergen inrijden, wordt het geluid steeds erger en is het niet meer te negeren.
Bij de opslag stap ik uit, ik kniel, leg mijn hand op de hete motorkap en zie die bruine vloeistof niet meer druppelen, maar als een soort diarree op straat spuiten. "Ik rijd geen meter meer in dat ding!" roep ik richting Johan, die al bezig is de kast op te meten. Na gekalmeerd te zijn, parkeer ik aan de hoofdstraat. Vijf minuten later gaat de motorkap open – ik moest niet voor de eerste keer aan Johan vragen hoe deze te ontgrendelen – en direct constateren deze twee techneuten dat de fles met koelvloeistof volledig leeg is.
De onhandigheden die zich vervolgens voordoen, dat wat er allemaal wordt gezegd, en de blikken die worden uitgewisseld op het terras van Bar Venecia halen het papier nu even niet.
Kort daarop zitten we in de taxi richting huis en enkele dagen later rijd ik met een jerrycan koelvloeistof op schoot met onze Brabantse amigos Micky en Serge mee richting het gestrande viertje. Autofiel Serge zal dit varkentje wel eens even wassen! De motorkap gaat open en ik hoor in een onmiskenbare tongval: "Hé, oewe krik zit los! Vandaar da schurende geluid," gevolgd door "Hé, er zit een gaatje in oewe fles koelvloeistof," en "Hé, oewe dop van de olie zit nie vast!"
Na de pech en topservice van de Brabantse rescue, is het weer genieten van elke bocht door de bergen en fijn om samen weer in Almuñécar geland te zijn.
Long time no see!
Met het hoogseizoen achter de rug verheugen Johan en ik ons op de komst van de vaste gasten, met wie we inmiddels vaak al een band hebben opgebouwd. Daarnaast verwelkomen we weer nieuwe bookers uit ons netwerk op LinkedIn en andere sociale media.
Zo is het bijzonder om na 30 jaar weer bij te praten met een oud-collega, klasgenoot of andere bekende uit het verleden: van de ontvangst met de uitroep "Hé, lang niet gezien!" tot een gezellige lunch of borrel, die vaak eindigt in een warm “Hasta luego!” en soms zelfs in een hernieuwde vriendschap, iets wat er in Nederland vast niet van was gekomen. Dit is één van de mooie aspecten van ons nieuwe leven en werk in Andalusië, en we zijn dankbaar dat vertrouwde gezichten, die we uit het oog waren verloren, ons weten te vinden, en dat ook zij hun verhaal met ons delen. Hoe levens kunnen lopen, en elkaar toch weer kruisen, hier in Spanje.
Langzaamaan begint bij ons ook de reislust weer te kriebelen om onbekende delen van Spanje te verkennen. Maar boekingen krijgen telkens prioriteit, waardoor een eigen vakantie nog niet is vastgelegd. Wel vieren we met vrienden bij een Chiringuito in Almuñécar een klein Spaans feest ter gelegenheid van onze dertiende trouwdag.
Daarnaast staat er vanuit mijn rol als president van de kleine comunidad van casa´s waarvan onze Villa Merise onderdeel is een Spaanse discussie op het programma in het gemeentehuis van Salobreña. Samen met buurvrouw Teresa – die hier verder geen introductie behoeft, behalve dat zij ook de voorvrouw van de Socialisten in Salobreña is – en buurman Jesus, die ooit burgemeester van Salobreña was namens de centrumrechtse Volkspartij Partido Popular, ga ik in gesprek met de stadsarchitect en de huidige burgemeester.
Allerhartelijkst begroet men elkaar, maar dan wordt met de woorden “¡Mira!" en "¡Escuche!” een temperamentvolle woordenuitwisseling met armgebaren ingeleid, die door de gemeentelijke top wordt aangehoord en uiteindelijk gesust. Jesus en Teresa druipen opgelucht en tevreden af, met mij op gepaste afstand er iets achter aan. Een dag later passeert Jesus mij voor Villa Merise, draait zijn raampje naar beneden, geeft me een knipoog, fluistert “Mafiosi” en rijdt weer verder.
Waar dit allemaal om draaide, daar kom ik vast nog wel eens op terug.
Voor nu wensen we jullie het allerbeste vanuit het zonovergoten Andalusië.
Een warm hasta luego,
Reijer & Johan