Lose your mind and come to your senses
Pinos del Valle, 18-dec 2022, Reijer Staats
De bestemming van vandaag is Dúrcal, de niet zo mooie hoofdplaats van de Lecrínvallei. Althans, dat vind ik. Het is iets na tienen. ‘t Regent al een paar dagen flink. De drukte op deze woensdagochtend, tevens marktdag, precies 10 dagen voor kerstavond, maakt het een kunst om de paraplu’s op de smalle stoep van de hoofdstraat te blijven ontwijken, zonder direct onder een auto te lopen. Nee, vandaag is het nog geen Kerst in de zon in Andalusië zoals vorig jaar.
Het is hier een allegaartje van bouwstijlen. Een rijtje witte casa’s, met terracottapannen bedekt, wordt onderbroken door een stadsvilla met Romeinse balustrade en een afgebladderde lichtblauwe gevel. Naast een vervallen stenen dorpsboerderij met uitgespoelde voegen en een wijnrankpergola staat een klein huis met een voortuin, van waaruit een kattenvrouwtje luid en druk tegen haar buurvrouw aan het praten is. Tegenover een kantoorpand staat een anoniem jaren '60 appartementsgebouw met gesloten rolluiken, en ernaast een herenhuis in Arabische stijl met een grote magnolia voor de deur.
Veel van deze ansichtkaart gaat sowieso nog gehuld achter de oranjebruine kleur van de modderregens van het afgelopen voorjaar en wordt opgesierd met de standaard Spaanse warboel van elektriciteitskabels tegen de gevels en boven de straten. Ongeduldig toeterende auto’s en een ronkende, moeizaam manoeuvrerende stadsbus, in een eigenlijk te nauwe straat, maken het geheel af.
In het centrum van Dúrcal, vanuit de geopende poort van een garage met terracottavloer, sloeg een bejaarde man ons zo-even nog gade vanuit zijn houten stoel, en met de beide handen kleunend op zijn wandelstok.
Mooi van lelijkheid
Dúrcal huisvest ook mijn favoriete restaurant El Molino del Puente. Het stadje wordt bovendien omgeven door indrukwekkende (wandel-)bergen en een prachtige natuur. Door water, door molens en door bruggen, en door de groentetuinen en de boomgaarden van haar bewoners, waaronder die van onze huisaannemer Pablo.
Pablo begon erover van de week, toen we kwamen te spreken over de overwinteraars en digitale nomaden in onze casa´s, de gestegen energie- en supermarktprijzen, en het haastige leven in het noorden. Hij zei wel te begrijpen waarom de Noord-Europeaan ervoor kiest om naar het zuiden te trekken. Pablo gaf aan zelf kersen, abrikozen, appels, peren en pruimen te verbouwen: fruitbomen, die wel houden van een beetje nachtvorst en koudere winterperiodes, zoals wij die, wonend in het lager gelegen deel van de vallei, volgens hem niet kennen. Zijn familie eet dagelijks uit de eigen groentetuin. Het GFT-afval gaat veelal naar de varkensstal van María, die het vlees, zonder tussenhandel, voordelig aan de man brengt in haar eigen carnicería. Men leeft er goed van in Dúrcal. Het is absoluut hard werken, men doet het met aandacht en neemt er de tijd voor, en juist dát is onthaasten!
In zwarte gotische letters zie ik de naam “Carnicería María” geschreven staan boven de deur van het wit gepleisterde pand dat Johan en ik nu passeren. Links van de tekst staat de kinderlijke tekening van een worst, en rechts ervan één van een varkenskop. “Hier links,” zeg ik tegen Johan, en we lopen langs allerhande eenmanszaakjes, die ook de voornaam van hun uitbater dragen: “Panadería Francisco”, “Frutería Toni” en “Tienda de Eva”. De bars hier zitten vol met ontbijtende gasten en ook de rij voor de loterijwinkel is opvallend lang. Zou het zijn vanwege de vette Spaanse kerstloterij? De trekking van “El Gordo”, die op 22 december gaat plaatsvinden, komt in ieder geval steeds dichterbij!
Ik merk dat ik aan het neuriën ben: “Thuis heb ik nog een ansichtkaart waarop een kerk, een kar met paard, en slagerij J. van der Ven. Een kroeg, een juffrouw op de fiets. Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets, maar het is waar ik geboren ben...”
Vandaag word ik voor het eerst in al die jaren geraakt door de levendige vibe en de eigenheid van Dúrcal!
Het is niet alleen de weekmarkt, die ons vandaag naar Dúrcal brengt...
Alberto Peluquero
Ik laat Johan achter bij een willekeurige bar en vervolg zelf mijn weg onder de december straatverlichting door, over de plaza met een witte LED-kerstboom en langs een kitscherige, smoezelige Papá Noel pop, die in een iets te snel tempo Spaanse kerstliedjes schalt.
Mijn linkerarm opent de deur naast een draaiende gekleurde kapperspaal: “¡Hola Alberto, buenos días!”
“¡Reiger, entrás!”, schreeuwt een hoge melodieuze stem met een Andalusisch accent mij toe. Anders dan het uithangbord in tattoostijl zou doen vermoeden, vertoont Alberto zelf weinig gelijkenis met een stoere, hipsterige barbier. De piepkleine zaak is traditioneel en weer keurig op orde. Op de spiegelwand staan de prijzen geschreven, “Cortar €10,-“, “Limpiar y cortar €11,-“, et cetera, en daarboven wordt Alberto’s belangrijkste huisregel gecommuniceerd: wees 10 minuten voor je afspraak aanwezig! Ervaring is de beste leermeester!
In een herkenbare IKEA Billy staan haarproducten, die te koop worden aangeboden, en op een aantal wandplanken liggen Alberto’s kappersbenodigdheden, keurig uitgestald per soort en op volgorde van grootte. Behalve de stoel voor de spiegel en die voor de wasbak zie ik vandaag ook een derde stoel geëtaleerd staan. Duidelijk één uit vroegere tijden, met gekrulde gietijzeren elementen, maar opnieuw bekleed met rood skai kunstleer. “¿Una silla histórico?”, vraag ik aan Alberto ernaar wijzend, en voordat ik mezelf kan verbeteren doet hij dat al. “¡Una silla historicá!” herhaalt hij, dit keer duidelijk articulerend, met zijn rechterhand met duim en wijsvinger samengebracht in de lucht, bewegend op de maat van het uitspreken van de lettergrepen, én natuurlijk met de klemtoon op de laatste lettergreep. Alberto zou ook prima de rol van “profesor” op zich kunnen nemen en ik leer van hem dat “un sillón” het mannelijke alternatief van het vrouwelijke “una silla” is en dat de stoel in kwestie 125 jaar oud zou moeten zijn.
Ik ga zitten en sla Alberto gade in de spiegel. Hij gaat weer nauwgezet te werk. Ik moet nog wat wennen aan zijn gezicht, omdat het pas recentelijk achter het door hem zo lang doorgedragen mondkapje tevoorschijn is gekomen. In al die coronajaren had ik me toch een hele andere voorstelling van zijn gelaat gemaakt. Alberto pakt een witte cape van wegwerp plastic, slaat deze om mijn hals, knoopt hem vast en plakt zoals gebruikelijk de uiteinden met twee plakbandjes vast aan de wandplank met kappersbenodigdheden onder de spiegel tegenover mij. Hij is klaar om te knippen en kijkt me inmiddels strak aan: “Reiger ¿Como lo quieres?“
Nadat het weer is besproken, ik van Alberto weet waar zijn vrouw werkt en zijn zoon naar school gaat, hij van mij weet hoe ik de kerstdagen ga doorbrengen, maar last but not least, nu mijn contouren weer lekker strak zijn en mijn wenkbrauwen zijn bijgepunt, geef ik Alberto een tientje en sta op met de woorden: “¡Voy por Johan de Pinos ahora!” “Reiger ¡Hasta la próxima!”, is zijn reactie.
Café Bar Castillo
Het regent nog steeds en ik begeef me terug over straat. De lange rij paraplu´s voor de lotería heeft zich inmiddels verplaatst naar de panadería en op het moment dat ik ben gearriveerd bij Café Bar Castillo staat Johan al in de deuropening. “Veel plezier! Het is hier net een mancave!” roept Johan me toe, terwijl hij zich al naar Alberto Peluquero haast. Bij de entree van de bar staan twee rokende mannetjes nog net droog, in het voorportaal doet een wijnvat dienst als statafel en via een doorgang van houtsnijwerk, die het uiterlijk heeft van de Nasridische paleispoorten in het Alhambra, betreed ik de slecht verlichte bar en neem deze in me op.
Welkom in een andere wereld! Die van de Spaanse pensionado, steevast gekleed in een ruitjesoverhemd met een dunne bodywarmer of met een gebreid vest. En zeker met dit weer ook binnen met iets op het hoofd. De wereld van bonkige mannen, die hun leven lang keihard hebben gewerkt. Ik zie het aan hun bouw. Ik zie het aan de hernia’s, die in deze ruimte op één hand niet te tellen zijn. Een enkeling mist een hand, één van hen zit in een rolstoel en een ander loopt op krukken. Op de twintig à dertig man is er slechts één vrouw aanwezig, maar nu ik knipper met mijn ogen is ook zij alweer verdwenen.
“Un café con leche,” bestel ik bij de niet al te grote uitbater van de bar, die ook ergens achter in de 60 zal zijn. Zijn heldere en sprekende ogen, zijn brede glimlach en de trotse wijze waarop hij, gewapend met een vochtig doekje in de hand, van achter de ijzeren 50’s bar zwijgzaam de zaak bestiert brengen me in vervoering. Ik merk hoe het komt dat hij op zo´n bijzondere wijze contact maakt: hij heeft geen stem, wat later bevestigd wordt wanneer ik de verschuldigde €1,30 met hem afreken. Aan de bar staan enkele eenlingen aan de wijn, het bier en de vermouth. N.B.: het is tegen 11.00 uur in de ochtend en de laatste ontbijtgasten zijn pas net vertrokken.
Aan de lage tafels in het lokaal wordt echter door het gros gezelligheidsdieren, in meerdere groepjes van vier, uitgelaten domino gespeeld. Ik neem plaats aan het enige beschikbare tafeltje. Johan moet hier zojuist nog gezeten hebben, althans gezien zijn paraplu die nog druppend tegen de muur staat. De wand onder de bar en het onderste gedeelte van de muur in de zaak zijn voorzien van Moorse azulejos, en boven deze lambrisering hangen ingelijst, verkleurde zwart-witfoto's met paarden, ruiters en stierengevechten. Zo te zien, werd de plaza in Dúrcal tijdens de toreo in vroegere tijden afgerasterd met houten palen, zodat er een soort van arena ontstond. Van achter deze omheining sloegen de vecino´s het bloederige tafereel gade en schalden hun “¡Olé!”
Naast me staat een kleine, niet mooie kunst kerstboom met blauw onregelmatig knipperlicht en wanneer ik een man aan de bar voor de vierde keer zijn wijnglas zie laten vullen en als een kort geknipte Johan in de deuropening verschijnt loop ik naar buiten. Aan één van de rokende heertjes buiten vraag ik: “Señor ¿El mercadillo, donde está?” Hij kijkt me verbaasd aan: “¡Hombre! Cuando hace lluvia no está mercadillo.” Op regenachtige woensdagen zoals vandaag blijkt er dus geen weekmarkt te zijn. We duiken daarom snel de dichtstbijzijnde frutería en panadería in en vullen er onze tas voor het avondeten.
Love is the bridge between you and everything 💚 #rumi #wisdom #love
Na regen komt zonneschijn
Thuis hoor ik de klanken van José Feliciano’s Feliz Navidad uit onze luidsprekerbox komen. De lucht breekt open, de winterzon schijnt naar binnen en Johan en ik kunnen ons opmaken voor een warme kerst en jaarwisseling. We tikken alweer het vierde jaar van ons emigratieavontuur in Andalusië aan. Ik voel de energie stromen. Het maakt dat ik zin krijg om in de pen te klimmen. Ik vertel tegen Johan een persoonlijk sprookje of kerstvertelsel te willen schrijven, zo eentje met een wijze les, dat zich afspeelt in een land hier ver vandaan en dat begint met de woorden: “Er was eens…” Maar, Die mooiste sprokie is in jou drome was al eens de titel in het Afrikaans van één van mijn eerdere blogposts, en "het is te mooi om waar te zijn", de betekenis ervan, is nog altijd actueel.
In mijn persoonlijke sprookje zouden alle personages zich voortbewegen in een Franse Klassieker.
2022 was een druk en succesvol jaar voor ons, met de aankoop van de schuur naast ons huis, de verkoop van Casa Una Más, de totale renovatie en oplevering van Casita Klein Zwitserland en de aankoop en het opknappen van onze laatste aanwinst Casa Larimar. Ook onze andere casa´s Villa Merise en Guesthouse Lolapaluza hebben een goede bezetting gedraaid. We hebben veel lieve vrienden, familie en gasten over de vloer gehad en dát, het met hen kunnen delen van ons sprookje in Andalusië, is waar het ons werkelijk om te doen is, en waar wij ook in 2023 vol voor zullen gaan!
Nu de zomerhitte uit Zuid-Spanje is verdreven, genieten wij in de Lecrínvallei ook bijna dagelijks van de Andalusische najaars- en winterzon tijdens wandelingen met uitzicht op de inmiddels besneeuwde pieken van de Sierra Nevada. Op de foto hieronder nog één van de laatste keren snuffelen in de Lecrínvallei met onze lieve en knappe opvanghond Luis! Inmiddels is hij met zijn fantastische nieuwe baasjes in Nederland aangekomen en ligt hij in zijn gouden mand. Adiós amigo!
Een deel van de lezers weet, of heeft het misschien aangevoeld, dat ik persoonlijk niet één van de geweldigste jaren van mijn leven achter de rug heb, en weet ook waarom. De rode draad van de tweede helft van mijn jaar was er één van uit contact gaan, van rouw en van verdriet. De kerstperiode is een uitgelezen periode voor zelfreflectie en ik ervaar zelf inmiddels gelukkig beweging. Ik zit midden in een proces en ik schrijf erover.
Als mijn persoonlijke fairy tale een wijze les of boodschap zou mogen hebben, dan zou het deze zijn: Wanneer je je adem vasthoudt ga ademen, wanneer je je gevoel blokkeert ga voelen en wanneer het leven tegenzit ga leven! “Lose your mind and come to your senses”, zou het kind in mijzelf zeggen. Dat is het ware onthaasten!
Dit gezegd hebbende wensen Johan en ik, vanuit een zonnig Pinos del Valle, allen een Feliz Navidad y Prospero Año Nuevo!
Johan en Reijer