Dutchies in Spain
Pinos del Valle 26-jun 2021, Reijer Staats
Nederlandstaligen: er zijn er 24 miljoen wereldwijd en het Nederlands is één van de 40 meest gesproken talen in de wereld. De meeste van ons wonen in Nederland, België en Suriname, maar zo’n 80.000 staan ingeschreven in Spanje. We hebben overal een mening over en die mening dient geventileerd te worden: gevraagd, dan wel ongevraagd. In Spanje lopen we soms met een bewuste boog om elkaar heen. We zijn eenvoudig te herkennen en komen elkaar overal tegen, bijvoorbeeld in de plaatselijke Mercadona: “Kijk, daar heb je er weer één!” Maar meestal ontmoeten we elkaar graag: zowel in het echte leven als online. Voor algemene raad en advies wenden we ons natuurlijk tot de Facebookgroep Nederlandstaligen in Spanje. Zo ook ik dit keer. Mijn zwager Martin komt namelijk met de auto naar Andalusië en omdat hij een paar dagen in Frankrijk is voor het huwelijk van zijn dochter zal zijn coronatest bij het binnenrijden van Spanje verlopen zijn.
Granaatappelbloesem in de Lecrín Vallei. Ik geniet iedere dag van mijn uitzicht!
“Beste leden.” Zo begin ik de vraag die mij best wel SMART lijkt. “Heeft iemand misschien ervaring met het laten afnemen van een antigeentest in Frankrijk voor het passeren van de Frans-Spaanse grens? Mijn specifieke vraag is of je in een Franse pharmacie zonder afspraak welkom bent en binnen 15 minuten de uitslag hebt. Ik vraag het, omdat na een verblijf in Frankrijk de in Nederland afgenomen test verlopen zal zijn. Ik hoor graag jullie ervaringen. Thanks alvast.”
Een vraag stellen in de Facebookgroep Nederlandstaligen in Spanje blijkt een ware belevenis. Ik ontvang 77 reacties. Op circa tweederde van dat aantal vraagt iemand me of ik ondertussen al iets meer weet. “Niet lullig bedoeld”, reageer ik, “maar ik heb ondanks de inmiddels zo’n 50 reacties nog geen antwoord op mijn vraag. Het is echt een hele ervaring...” De eerste persoon die binnen tien minuten reageert stelt: “Wij zijn gister Spanje binnengereden en hebben niemand gezien.” Vervolgens somt ze in hoofdletters de door hen gepasseerde landen op en herhaalt: “NIEMAND GEZIEN!”. Haar response ontlokt 42 reacties waarin de prijs van een test, de hoogte van de boete en de plekken waar wordt gecontroleerd worden bediscussieerd. Eén van de heren op het forum: “Lekker schijt aan de regels hebben!” Een ander voegt toe dat hersens zo mooi zijn en dat je zou willen dat iedereen ze had. Eén van de leden heeft een punt dat behoorlijk wat duimpjes krijgt: “Waarom wordt niet gewoon antwoord op de vraag gegeven? Altijd die opmerkingen: Ik ben niet gecontroleerd! Bla, bla, bla…”
Tenslotte vraagt iemand of ik “Frans kan” en geeft het advies om een Franse apotheker te bellen en dan direct het juiste antwoord te krijgen. Afijn, Ik deel mijn bevindingen met Martin en stuur hem de lijst van Franse pharmacies. Martin informeert bij zijn Airbnb en de uitbaatster belt direct enkele apotheken. Hij heeft diezelfde ochtend om 10.00 uur een gratis afspraak en staat binnen een kwartier buiten met het resultaat. Twaalf uur later arriveert Martin in Villa Merise in het diepe zuiden van Andalusië. Een kind kan de was doen.
Bij het verlaten van Pinos del Valle, voor een toeristische tour naar de Costa Tropical met amigo Perry in onze Cuatro Latas volgt weer een onaangename Nederlandstalige ontmoeting. Al rijdende op de rotonde zet een gehaaste en onoplettende Facebookvriendin, die ik overigens niet eerder in het echt had ontmoet, prompt haar bumper in de gehele rechterflank van ons nieuwe gerestaureerde Viertje uit ‘81. Pats boem! Prettige kennismaking.
Mijn schadeauto...
Ik zit de afgelopen weken zo af en toe toch al niet lekker in mijn vel, dus deze encounter kon er ook nog wel bij. Na mijn laatste werkdag op 30 april jongsleden en het verdiend relaxen voor een aantal weken ben ik met mijn Nederlandse mentaliteit weer op zoek naar een nuttige en betekenisvolle dagbesteding. Op sommige dagen lukt dit beter dan op andere. Vooral gezellige dingen moeten het momenteel ontgelden, want eerst moet er natuurlijk gepresteerd worden! Aandacht, volharding en discipline helpen langzaam om me weer wat beter te voelen. In de maand juni stort ik me op het creatieve proces en start met het op papier zetten van de memoires van Teresa, de buurvrouw van onze Villa Merise in Salobreña. Drie dates en dagen van schrijven en vertalen leiden tot de eerste 5.500 woorden en de eerste 17 pagina’s van Hoofdstuk 1 in het Nederlands en in het Engels. Het manuscript van dit Marokkaans-Andalusische sprookje in wording ligt nu bij Teresa ter beoordeling. Er is me al verteld dat één en ander zal worden gecensureerd, dus momenteel wordt er vast met ferme hand en een rode pen gecorrigeerd.
Het is half twaalf op een maandagochtend. Teresa zegt me te gaan zitten en ze vraagt of ik een Bloody Mary wil. Ik ben nogal verrast door haar aanbod op dit vroege tijdstip en kan niet helemaal uit mijn woorden komen, maar Teresa vertelt me er rond dit tijdstip als vaste routine dagelijks eentje achterover te slaan. Net zoals ze tijdens de lunch een glas wijn neemt en na de siësta een G&T nuttigt. Ik accepteer vriendelijk het pittige en alcoholische tomatensapje en Teresa verdwijnt naar de keuken. Ik ren snel naar Villa Merise om een citroen uit de voortuin te plukken, wanneer ik Teresa vanuit de keuken hoor murmelen dat ze dit essentiële zure ingrediënt van de Bloody Mary niet meer voorradig heeft. We beginnen het proces met wat er bij Teresa op de voorgrond staat. Haar levensverhaal ontwikkelt zich vandaaruit: hoofdstuk voor hoofdstuk, thema voor thema en chronologisch of niet- chronologisch.
Teresa neemt me mee naar een periode halverwege de jaren zeventig in Marokko. Vanuit haar villa op de groene bosachtige berg ten westen van de gonzende stad Tanger aan de Straat van Gibraltar kijkt ze uit op het paleis van de koning, op de Atlantische Oceaan links en de Middellandse Zee rechts. Daarachter is het Iberisch Schiereiland bijna aan te raken.
Afrika is ook vanuit Spanje bijna aan te raken. Onderstaande foto heb ik vandaag precies 10 jaar geleden gemaakt.
In het voor Teresa betekenisloze en werkloze leven van die tijd spendeert ze haar dagen zoveel mogelijk buitenshuis op de bosachtige groene berg. Met haar honden wandelt ze over de kronkelpaden naar de stranden aan de Atlantische Oceaan. Dagelijks passeert ze er het Palais Royal en de witte Marokkaanse villa van het Amerikaanse homostel Jameugene. Deze twee mannen, waarmee Teresa via haar eerste man, die dokter is, in contact komt nadat één van hen voor zijn kwaaltjes bij de praktijk liep, worden haar beste vrienden. De dokter trekt zich gaandeweg de tijd terug uit het contact met de heren. Het koppel, dat wel een vast onderdeel van Teresa’s dagelijkse routine wordt, is een onlosmakelijke samenvoeging van de namen James en Eugene. Het leeft er een spectaculair Arabisch leven met vier bloedmooie in het wit geklede Marokkaanse knapen als bedienden, die altijd paraat staan om de dovende wiet of marihuana in de hasjpijpjes van hun meesters brandend te houden. Jameugene leeft om te blowen en Teresa is een element van deze vertelling van Duizend-en-een-nacht in de witte Marokkaanse villa. Hoewel ze nooit een joint zal aanraken, nuttigt ze er dagelijks haar Bloody Mary om half twaalf in de ochtend.
De chicas uitRotterdam aan eenvino blanco.
Ondertussen in Pinos del Valle is het onafgebroken heerlijk zomerweer en volle bak in Lolapaluza met mijn moeder en de Rotterdamse chicas Marja en Alexandra als gasten. Amiga Marja is op huizenjacht in onze Vallei en vindt het niet sjiek en juist dat ik haar het label van een Rotterdamse chica geef. Een intensieve dag house hunting wordt steevast afgesloten op het dakterras met een uitgebreide beoordeling van de bezochte huizen en een lekker glas witte wijn in de hand.
Mijn moeder en ik maken een rondje door de boomgaarden. We lopen de Barrio Bajo weer in en passeren er de kerk van de onbevlekte ontvangenis. Tijdens de opstand in 1568 door de Moren werd het gebouw in het benedendorp geplunderd en in brand gestoken en daarna weer heropgebouwd. Tegenover de kerk staan de dubbele garagedeuren van Boefje wagenwijd open. Daar zit hij in zijn blauwe overall op een roestig olievat naar zijn telefoon te staren, met de enorme, volle en donkere garage tegen de achtergrond. Hij kijkt op als we langslopen met zijn gezicht zo zwart als roet, waardoor het wit van zijn ogen extra opvalt. “Aquí están tus cosas”, zegt Boefje wijzend naar links in de garage. Hij doelt op onderdelen voor de metalen constructie op het dakterras van Guesthouse Lolapaluza, waarop we normaal gesproken al lang rieten matten zouden hebben bevestigd voor de gewenste schaduw in de zomer. Tijdens een januaristorm is het riet er echter af gewaaid en is de constructie instabiel geworden.
Dakterras Guesthouse Lolapaluza met ons uitzicht over de Alpujarras.
We kennen Boefje sinds 2015 uit Bar Venecia, waar hij regelmatig zit op zijn vaste plek met één of twee van zijn jaargenoten: een sterke mannelijke kerel met een rauw randje. Hij zit er altijd wat zwijgzaam en rustig bij. Soms richt hij zich op, zijn lippen optrekkend in een keurige, maar zuinige glimlach en met een ondeugende twinkeling in zijn kleine donkere ogen. Vanwege zijn timide guitigheid heeft Johan hem de bijnaam Boefje gegeven. Boefje komt in de picture bij de Belgjes als kundig metaalbewerker en doet er diverse klussen in hun nieuwe casa. We besluiten hem te eten te vragen zodat hij tegelijkertijd de constructie op ons dakterras kan inspecteren. Als Boefje aanbelt staat hij daar met twee flessen rode wijn in zijn handen met de kurken er half ingedrukt. Ik moet volgens hem maar niet naar de etiketten kijken, want in de flessen zit een blend van zijn eigen wijngaard met Tempranillo, Merlot en Shiraz als ingrediënten. Zou Boefje dan mijn goeroe moeten worden om het vak van campesino (boertje) te leren? Johan en ik stellen nog wat meer vragen en komen erachter dat zijn echte naam Juan Antonio is, net zoals onze super extraverte en 15 jaar oudere buurman. Johan leidt Boefje de wenteltrap op naar het dakterras om één en ander op te meten en ik slenter er iets achter aan. Buurman Juan Antonio slaat ons ondertussen gade vanaf zijn oprit, stopt zijn duim en wijsvinger tussen de lippen, slaakt een kreet en brult iets onverstaanbaar Spaans in onze richting. De naamgenoten kijken elkaar aan en de introvertere Boefje laat zich niets meer ontvallen dan een lange doffe lage toon: “Grrrrrrrrrrr”.
Zo gezegd richt Boefje zich op wanneer mijn moeder en ik langslopen en wijst naar het op maat gemaakte materiaal links in de garage. Ik begin te stralen. Met een vermoeide blik zegt hij in het Spaans, dat ik nu zeker wil weten wanneer hij de constructie gaat versterken. Ik knik nog stralender. Boefje kijkt me aan en zegt: “En Español dicen:…” In het Spaans zou men “cuando” zeggen. Vervolgens neuriet hij het bekende deuntje van Engelbert Humperdinck en zingt de woorden: “Quando, quando, quando, quando….” Dan gaat hij weer uit het contact dat we zo eventjes hadden en buigt zich over zijn telefoon.
De week sluit ik af met de prachtige wandeling door de Maankloof (Barranco de Luna) met zwager Martin, volgend op de avond met de laatste supermaan van dit jaar, die groter en helderder lijkt omdat de maan zich dichtbij de aarde bevindt. Na de wandeling hebben we een vroege en gezellige verjaardagslunch bij El Molino del Puente. De Rotterdamse chicas slagen in de zoektocht naar een casa in de vallei en vertrekken alweer.
"Pinos del Valle 25 juni 2021
Lieve lieverds,
Dank voor jullie gastvrijheid, wat een waanzinnige mooie plek hebben jullie en wat zijn jullie leuk en lief. Ik heb genoten! Als personal assistant van Marja & GJ was ik en-route mee op strooptocht naar hun droom vakantiehuis en we hebben er één GEVONDEN! Hopelijk komen we elkaar nog vaak tegen als we bij GJ en Marja op visite mogen komen. En anders zitten wij in de Franse Tarn maar 1.117 kilometer van jullie verwijderd over de langeafstandswandeling GR-7. Jullie zijn altijd van harte welkom. Leef je mooiste leven… en dat doen jullie volgens mij.
Dikke kus, Alexandra"
Als verjaardagscadeau vraagt Johan aan Teresa of zij ons mee wil nemen naar de ieniemienie Bodega La Mesa Redonda in Motril: een kleine zaak in een achterafstraatje iets buiten het centrum. Achter de counter staan 9 eikenhouten wijnvaten opgesteld met onder andere de namen Rosado, Dulce en Mistela en achter een groot gordijn staan enorme wijnvaten van metaal. Klanten lopen er af en aan om hun jerrycans te vullen met deze wijnen. Omdat het tegen lunchtijd loopt is het er extra druk.
Bodega La Mesa Redonda in Motril.
De uitbaatster legt een catalogus op de toonbank en ik kies er een wijnvat van 8 liter uit, dat ik laat graveren met de initialen van Johan en van mij en met onze trouwdatum 16-09-2011, inmiddels alweer bijna 10 jaar geleden. Na een kleine proeverij en een discussie in de winkel volg ik het kundige advies van wijnkenner Johan. Eens in de zoveel tijd zal het vaatje worden gevuld met een paar liter Pedro Ximénez, een zoetere witte met als herkomst de wijngaarden rond Jerez de la Frontera. Ik kijk alweer uit naar de koelere winteravonden met een glas uit eigen vat voor de openhaard. Maar nu graag eerst een normale en lange Spaanse zomer met leuke gasten.
Hasta luego uit de Valley of Happiness.
Johan & Reijer