La Presidenta
Pinos del valle 3-apr 2021, Reijer Staats
Het bezoek was enkele weken voor la Semana Santa en la Pascua al aangekondigd. In de stromende regen en onder een grote doorzichtige plu staat onze flamboyante Madrileense buurvrouw Azucena met haar oranje gekleurde lange krullen een sigaretje te roken in de voortuin van Villa Merise. Met grote armbewegingen en haar luide whiskystem maakt de president van onze Urbanisatie en de bewoonster van het zevende en laatste huis van ons straatje duidelijk dat het allemaal nogal problematisch is. Onze watermeter, die ongeveer 30 centimeter onder de grond ligt verstopt is namelijk echt niet meer leesbaar en moet absoluut vervangen worden!
Onder haar paraplu en op zijn knieën in de modder zit een nog geen anderhalve meter grote zwijgzame man luisterend naar de naam Federico. Met zijn blote handen graaft hij in een put als een soort molletje onze watermeter uit. Johan begint het tweetal met de lamp van zijn telefoon bij te schijnen. Ik sta ondertussen lekker droog van onder het afdakje bij de voordeur het tafereel te aanschouwen.
De Ermita Santo Cristo del Zapato in Pinos del Valle op Goede Vrijdag.
Als Federico in zijn inmiddels doorweekte modderige overall opstaat, kijkt hij la Presidenta wat zorgelijk en zwijgzaam aan. Zij begint steeds luider en sneller te praten en vuurt de ene na de andere vraag op hem af. Hij communiceert slechts non-verbaal door af en toe zijn schouders op te halen en "ja" te knikken of "nee" te schudden. Azucena legt ons in het Engels uit dat Federico erg gewild is voor klusjes. Hij zou de nieuwe watermeter wel bij ons willen aansluiten. Hij is volgens haar ook véél goedkoper dan onze eigen aannemer, dus het zou in haar woorden zonde zijn om van deze vriendendienst geen gebruik te maken. We moeten dan wel donderdagavond thuis zijn en vooraf zelf de materialen aanschaffen, want daar heeft Federico met zijn fulltime baan natuurlijk geen tijd voor. Ze begint met het opsommen van ons lijstje benodigdheden. "BLOODY HELL, what is that word in English?", roept de Madrileña uit terwijl ze nog een sigaretje uit de borstzak van Federico pikt en op zoek is naar de vertaling van het woord "koppelstuk". Geduldig en nog steeds zwijgzaam tekent Federico echter alle benodigdheden uit op een papiertje. De volgende dag belt hij ook nog naar de winkel, zodat daar alles alvast voor Johan klaargelegd kan worden.
Azucena neemt Johan de volgende ochtend, maar op haar verzoek het liefst niet al te vroeg, mee voor een steile klim om hem het gezamenlijke waterdepot te laten zien. De put wordt iedere avond gevuld vanuit een bron bij zee. Jawel, je leest het goed: in Villa Merise douche je onder heerlijk helder natuurlijk bronwater en ook het zwembad wordt er inmiddels mee gevuld. La Presidenta vraagt of Johan donderdagavond zelf de hoofdkraan van het depot dicht wil draaien voordat Federico aan het klussen gaat. Ze voegt toe dat hij ook alle buren hierover moet informeren, want Azucena zelf is de komende 10 dagen afwezig om haar zestigste verjaardag op Ibiza uitbundig te vieren. Johan krijgt de sleutel van haar Mercedes Vito camper in zijn handen gedrukt met het verzoek of hij de door haar liefkozend genoemde “my baby" om de drie dagen wil starten en de motor een paar minuten stationair wil laten draaien. Wanneer ze weer terug is van Ibiza moeten we maar eens een wijntje gaan doen met deze temperamentvolle Madrileense primera dame van onze Urbanisatie.
Federico is die donderdagavond stipt op tijd en een stuk spraakzamer. Zo zie je dus maar dat je beter contact maakt als je zelf ook zo af en toe je mond gewoon even houdt. Samen met een compañero installeert hij de nieuwe watermeter en metselt en stukadoort een nieuw bovengronds watermeterkastje. Daarna komt Federico gezellig nog even binnen en laat foto's van zijn zes Rottweilers, acht pauwen en twee Yorkshire terriërs zien. Deze fungeren allemaal als bewaking voor zijn vrouw, die tijdens Federico’s drukke programma alleen in de afgelegen cortijo in de heuvels rond Motríl achterblijft. We tikken €40,- af voor de drie uur durende klus voor twee man. Naast handig met water blijkt Federico ook een kundig metaalbewerker te zijn. We komen op het idee om hem te vragen voor het maken en plaatsen van een traliewerk voor het grote woonkamerraam. Hij meet het één en ander direct op en ik vraag hem: "Cual es tu precio?” Federico komt al tellend op zijn vingers, en waarschijnlijk afgerond naar boven, op €120,- uit. Niet slecht voor een metalen traliewerk van ruim twee bij twee meter inclusief installatie. In ieder geval is het een stuk goedkoper dan de alternatieve anti-inbraak preventie optie van Securitas: de dag ervoor werd namelijk door deze extreem commercieel gedreven firma een offerte afgegeven met de belachelijk hoge beveiligingskosten van €54,-, per maand, naast een éénmalige investering in apparatuur van een slordige €265,-.
Ja, wij zijn blij met onze amigo Federico!
Zo vinden we langzaam maar zeker onze weg in het regelen van dit soort klussen in Andalusië: vooral via via en bij voorkeur via Spaanse contacten! Onze andere buurvrouw, Andaluza Teresa gaf al aan dat je als niet-Andalusiër snel het dubbele betaalt van wat een local uitgeeft. De Granadí vinden het al helemaal lachwekkend wanneer je als rare buitenlander, terwijl je ergens de hoofdprijs voor betaalt, niet continue bovenop de te duur betaalde klus zit om de kwaliteit ervan te bewaken en de werklui maar gewoon hun eigen gang laat gaan. Dus zo blijft Federico voorlopig in onze gedachten hangen. Zo erg zelfs dat de volgende dag, wanneer praktische Johan voor mij telefonisch een afspraak maakt bij de plaatselijke kapper, en wanneer mijn naam Reijer natuurlijk te moeilijk is voor de dame aan de andere kant van de lijn, hij mij gemakshalve een gangbare Spaanse naam toebedeelt. Die middag op de afgesproken tijd meld ik me braaf als “Federico” bij de kapsalon.
Wat voor ons Nederlanders altijd een beetje verwarrend zal blijven is de adressering van onze casa's. Ook hier in Villa Merise. Zo is onze straat met zeven huizen ooit ontstaan als Urbanisación Muñoz-Chápali, genoemd naar één van de architecten die het heeft ontwikkeld. Maar al snel werd het grotere Costa Aguilera Alta eromheen gebouwd, waardoor de oude benaming in de vergetelheid raakte en het met de nummering een beetje in de soep liep. Het officiële adres van Villa Merise (Costa Aguilera 18) in Google Maps intypend, kom ik op de kaart uit aan de andere kant van de grote weg. Als ik een speld plaats op de exacte locatie van Villa Merise in Google Maps, kom ik uit op nummer 27 in plaats van op nummer 18. Zo wonen we in Lolapaluza officieel op nummer 27, maar staat de voordeur op nummer 31. Casa Una Más is met de patiopoort officieel gelegen aan een doodlopende zandweg zonder autotoegang, maar het heeft aan de voorzijde gelukkig een officieel tweede adres dat in werkelijkheid drie straten verderop in het bovendorp ligt. Dit is allemaal natuurlijk niet uit te leggen aan bezoek of gasten en bij alle online bestellingen die we in deze coronatijd doen.
Het mag de pret niet drukken, want Villa Merise komt nu tot een absolute afronding. Het zwembad en terras worden door Pablo en z'n mannen afgerond, Federico plaatst zoals afgesproken het traliewerk en de Duitse tuinman Gisbert rondt de afrastering rond de boomgaard af. Het nieuwe naambord van Villa Merise wordt aan de muur geplakt. Ja, alweer het tweede naambord nadat het eerste ambachtelijke bord door mijn ongeduld na 15 minuten, zonder extra ondersteuning aan de muur te hebben gehangen, toch nog onverwachts hard naar beneden was gevallen... Het portret van mijn zus, naar wie de casa is genoemd, heeft ook eindelijk een mooie plek gekregen.
Meris 🌈❤️
In de heilige week voor Pasen, la Semana Santa, zet het heerlijke lenteweer na de eerdere regen door. De meeste Granadí zijn een week vrij en mogen vrij reizen binnen de provincie. De stranden vullen zich langzaam en aan de boulevard van Salobreña wanen wij ons alvast in de zomer dankzij de aanwezige geur van zonnebrandcrème en kokosmakronen. In Granada Capital, waar de festiviteiten rond la Semana Santa natuurlijk zijn afgelast, staat op Witte Donderdag desalniettemin een lange rij voor de Iglesia de San Nicolás. De mega rij voor een kleffe hostie met wijn gaat van de Calle Mirador de San Nicolás, met het indrukwekkende uitzicht op het Alhambra, nog zeker 4 straten verder en er zit nauwelijks beweging in.
De terrassen in de historische Moorse wijk Albacín zijn tot de laatste zitplek gevuld en mede dankzij de gipsy straatmuziek heerst er een geweldige positieve sfeer. Terwijl Johan en een Brabantse amigo zittend op een terras in Granada alvast een preview krijgen van de laatste trends op het gebied van zonnebrillenmode deze zomer, werk ik vanuit huis in Salobreña met het raam open en een koptelefoon op mijn hoofd. Buurvrouw Teresa loopt langs en geeft een appeltaart af en vraagt terloops: “Are you already writing my book?”
Groot en plat: de Spaanse zonnebrillentrend van 2021.
Voor een aantal afspraken rijden we weer naar boven naar Lolapaluza in Pinos del Valle. De Lecrín Vallei vult zich inmiddels met de heerlijke zoete doordringende geur van azahar, de bloesem van de sinaasappelbomen. Op Goede Vrijdag om 15.00 uur sluit ik mijn werklaptop en trek ik mijn sportkleding aan voor de steile klim door het pijnboombos op de berg Chinchirilla naar de Ermita Santo Cristo del Zapato, hoog boven Pinos,
Volgens de legende vond een herder hier het schilderij van el Santo Cristo del Zapato, de heilige van de schoen(makers). Verbaasd besloot de herder het mee te nemen naar de Barrio Alto, waar de dorpsgenoten het schilderij met grote vreugde verwelkomden en het onderdak boden in de kerk. De volgende ochtend was het schilderij tot ieders verbazing niet meer in de kerk en verscheen het weer, als bij toverslag, op de berg Chinchirilla. Nadat deze gebeurtenis zich keer op keer herhaalde begrepen de bewoners van het bovendorp eindelijk dat de berg de plek was waar het schilderij zijn plek zou moeten krijgen en ze bouwden er een eeuw geleden de witte Ermita.
Zichtbaar vanuit de gehele Lecrín Vallei is de Ermita een teken voor iedereen die onderweg is van de Costa Tropical naar Granada stad of vice versa, dat men halverwege de reis is. De Santo Cristo del Zapato raakt en inspireert veel mensen met een bijzonder gevoel, dat moeilijk is uit te drukken, maar hoop en kracht geeft op moeilijke momenten. Tijdens de klim naar boven sta ik in gedachten stil bij mijn zus Meris die ik erg mis en hoe de oneerlijke ziekte kanker een einde aan haar leven maakte én eenmaal boven aangekomen steek ik in de Ermita een kaarsje voor haar op.
Op de zaterdagochtend dat Federico met mijn hulp het ijzerwerk voor het woonkamerraam plaatst loopt ook la Presidenta met haar hond toevallig langs: nog gehesen in haar pyjama en dit keer met felrode, in plaats van oranje gekleurde lange krullen. De ontmoeting van de vrienden, bijna familie, su primo Federico en su prima Azucena is wederzijds spontaan en enthousiast na haar 10-daagse Ibiza trip. La primera dame zegt Federico gemist te hebben, bezorgd te zijn geweest en zelfs zijn familie te hebben gebeld omdat hij onbereikbaar was. Federico zegt dat zijn telefoon rota was. Ik krijg een ondeugende schuine blik van Azucena toegeworpen terwijl ze haar arm uitstrekt naar het pakje sigaretten in de borstzak van Federico. Op dat moment komt Johan thuis met de boodschappen en het ontbijt en nodigt Azucena uit om aan te schuiven op het terras boven het zwembad van Villa Merise. Deze ochtend geen tostada Andaluz en café con leche als ontbijt voor la primera dame, maar een heerlijke Italiaanse cappuccino met een verse Franse croissant.
De zoektocht van Citrofiel Johan naar een klassieke vierwieler neemt steeds serieuzere vormen aan en onze trouwe ouwe zwarte Peugeot station, “de vieze auto”, moet en zal volgens hem op korte termijn ingeruild worden. Ik krijg steeds meer het vermoeden dat Johan overweegt vreemd te gaan, dankzij alle cookies die zijn speurwerk op internet op onze laptop achterlaat. De Renault autoadvertenties vliegen me om de oren. Verbaasd hoor ik aan dat het oog van Johan niet op een Citroën Classic is gevallen, maar op een inmiddels eveneens klassieke Renault 4, die hij zelf vroeger maar een pluizenauto vond. Johan zegt serieus in contact te zijn met een particuliere verkoper in de provincie Málaga. Dat is dus wel een praktisch probleem, omdat het tot nu toe verboden is om zonder geldige reden de provinciegrenzen te passeren. Dan krijgt Johan echter het volgende appje van de verkoper: “Luister, ik zal je vertellen, ik ben een nationale politieagent en ik zal informeren bij het dichtstbijzijnde Gestoria kantoor of ze een koopcontract op willen stellen. Ik zal je dan persoonlijk begeleiden bij het passeren van de provinciegrens…”
Spanjaarden, ze blijven ons verbazen!
Zonnige groet uit de Valley of Happines,
Reijer & Johan